Petrichor
Hebben jullie het ook gemerkt? Waar gesprekken de afgelopen maanden steeds gingen over de nare, voortslepende droogte, hebben we het de afgelopen weken weer vrolijk over...
... die vervelende regen, de kou en de algemene verslechtering van het weer. Zoals het echte Nederlanders betaamt, niet?
Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik het eigenlijk wel fijn vind, dit herfstige weer. Het is fris genoeg om weer van alles te kunnen doen, de natuur leeft op, en tussen de buien door laat het zonnetje zich vaak prachtig zien. En dan de geur!
Misschien is het deels te wijten aan alle regenachtige vakanties in Groot-Brittannië en Scandinavië in mijn jeugd, maar de geur tijdens en vlak na een regenbui is voor mij een van de lekkerste die er bestaat. En die liefde is, gelukkig voor mij als bioloog, nog wetenschappelijk te verklaren ook. Om te beginnen heeft de geur van regen een naam: petrichor. Dat is afgeleid uit twee Oudgriekse woorden, die voor ‘rots’ (petra) en ‘bloed van de goden’ (ichor). Je kunt je daar wel voorstellingen bij maken, hoe die twee dingen aan deze specifieke geur gelinkt werden. De term zelf komt overigens niet uit het oude Griekenland, maar is pas halverwege de twintigste eeuw in gebruik genomen. Twee wetenschappers ontdekten toen namelijk hoe dit aroma werkt. Zij vonden uit dat bepaalde planten tijdens droge periodes een specifieke olie aanmaken, die vervolgens wordt opgenomen door stenen en de grond. Wanneer het regent, komt die olie vrij in de lucht. Daarbij zit nog een ander goedje dat ook bijdraagt aan de belevenis, het stofje geosmine, gemaakt door bepaalde bacteriën in de grond. Ook dit stofje komt vrij wanneer de bodem nat wordt.
Leuk om te weten misschien, geosmine is ook wat je ruikt wanneer een boer zijn akker net heeft omgeploegd, en zorgt voor de aard-achtige smaak die soms aan water of wijn zit. Omdat het stofje afgebroken wordt in zure omstandigheden, wordt bij het koken vaak azijn, of een ander andere zuur bestanddeel, gebruikt om de aardachtige smaak weg te nemen.
Dat we petrichor kunnen ruiken, en het meestal ook lekker vinden, komt waarschijnlijk doordat we vroeger erg afhankelijk waren van regen. Nu nog steeds natuurlijk, maar op een andere manier. Vroeger was het van vitaal belang om op tijd regen te zien (of ruiken) aankomen. Onze neus is daardoor zo ontwikkeld dat hij extreem gevoelig is voor de bestanddelen van petrichor, en een bui even verderop dus al kan ruiken.
Ik vind het niet erg, heerlijk die geur! Ook al heb je het inmiddels alweer koud, of ben je meer fan van de zomer, probeer de komende tijd eens extra diep in te ademen na een regenbui en stil te staan bij wat je waarneemt. Misschien is het toch niet zo erg, die regen?